Op maandag 12 maart kwamen kennisinstellingen, reizigers- en cliëntenorganisaties, vervoeraanbieders, zorgondernemers, gemeenten en ministeries in Den Haag bijeen om te spreken over doelgroepenvervoer in Nederland. De bijeenkomst werd georganiseerd door Society Impact in samenwerking met de gemeenten Amsterdam en Rotterdam, het Ministerie van VWS en het Ministerie van I&W. Doel van de bijeenkomst was om te leren van recente innovatie en met de aanwezige partijen uiteen te zetten welke hervormingen er op (landelijke) beleidsniveau noodzakelijk zijn om de kwaliteit en capaciteit van doelgroepen vervoer in Nederland te verbeteren. De overheid slaagt er nog niet alle mensen die afhankelijk zijn van doelgroepenvervoer te bereiken en het vervoer sluit vaak niet voldoende aan bij de behoeftes van de doelgroep omdat het systeem dit belemmert.

Na een treffende toespraak van een ervaringsdeskundige, waarin zij haar negatieve ervaringen over de kwaliteit van doelgroepenvervoer deelde, bogen de aanwezigen zich over de vragen wat de grootste uitdagingen zijn voor de toekomst van doelgroepenvervoer in Nederland en welke oplossingen prioriteit hebben. Voorop staat dat de reiziger regie over zijn of haar reis krijgt. Om dit te bewerkstelligen benoemden de aanwezigen de volgende focuspunten: Er was veel overeenstemming onder de genodigden dat het verbeteren van informatiestromen, het ontschotten van vervoersbudgetten en het doorbreken van oude aanbestedingssystemen essentiële thema’s zijn voor het verbeteren van doelgroepenvervoer, waarbij voorop staat dat de reiziger regie over zijn of haar reis krijgt.

Deze plenaire sessie werd gevolgd door presentaties van de programmamanagers doelgroepenvervoer bij de gemeenten Rotterdam en Amsterdam, respectievelijke Arjan Meurs en Marc van Gemert. Zij deelden hun ervaringen binnen hun gemeenten met de innovatie van doelgroepenvervoer. Arjan Meurs ging specifiek in op de verhouding tussen gemeentelijk doelgroepenvervoer, landelijk Valys-vervoer en Wlz-vervoer. Het vraagstuk ‘hoe houden reizigers regie over hun eigen reis in verband met databeheer en de toegang tot reisinformatie’ stond centraal bij de presentatie van Marc van Gemert.

Na deze presentaties werd er in twee groepen verder gesproken over deze complexe vraagstukken, de knelpunten die worden ervaren bij het vinden van oplossingen en wat de ministeries van VWS en van I&W zouden kunnen doen om deze knelpunten op te lossen. Beide ministeries gaven aan een actieve rol te willen spelen bij het vinden van oplossingen. Uit het gesprek kwamen vier kernproblemen naar voren:

–          De knip tussen WMO en Wlz: het budget vanuit de Wlz is in veel gevallen niet toereikend, waardoor aanvulling vanuit de WMO nodig is om het vervoer toereikend te houden;

–          De aansluiting tussen WMO- en Valys-vervoer: in theorie lijkt dit goed op elkaar aan te sluiten. In de praktijk blijken er toch behoorlijk wat cliënten te zijn, met name in de buitengebieden van gemeenten, die als gevolg van hun reispatroon (waar ze vaak niet veel invloed op hebben) regelmatig meer dan het toereikende aantal zones rondom het woonadres moeten reizen buiten de gemeentegrenzen, waardoor hun reisbudget niet toereikend is;

–          Het waarborgen van privacy en tegelijk het verbeteren van informatiestromen om maatvervoer te kunnen realiseren, hoe kunnen reizigers bijvoorbeeld zelf beschikken over wie toegang heeft tot hun gegevens of beter gebruik maken van reisinformatie die aansluit op hun behoefte?;

–          De vraag of het sturen op kwaliteit moet komen vanuit aanbestedingseisen, reizigers, aanbieders of een combinatie daarvan.

De bijeenkomst werd plenair afgesloten door een gesprek waarin aanwezigen onder leiding van Laurentien van Oranje in dialoog gingen met Erik Gerritsen (Secretaris-Generaal van VWS), Mark Frequin (Directeur Generaal Bereikbaarheid bij I&W) en Pieter Litjens (wethouder in Amsterdam) over de bovengenoemde knelpunten en oplossingen. Daarbij zijn onder andere de volgende afspraken gemaakt:

–          Erik Gerritsen neemt het vraagstuk omtrent de te lage WLZ-tarieven voor vervoer als huiswerk mee;

–          De gemeente Rotterdam gaat aan de slag met integrale regie tussen WMO en WLZ-vervoer van en naar dagbesteding (en neemt hiertoe ook contact op met de regio Drechtsteden/Stroomlijn);

–          De gemeente Amsterdam gaat een experiment inrichten voor een integraal vervoersbudget voor de reiziger (o.a. met het oog op een naadloze overgang tussen Valys- en WMO vervoer), en doet dit in ieder geval samen met RMC, Cliëntenbelang Amsterdam en de Vervoerregio Amsterdam die aanwezig waren en zich hiertoe spontaan aanmeldden;

–          Het ministerie van I&W zegt steun toe aan Amsterdam voor het “project 300” (jongeren die gebruik (moeten) maken van 2 of meer vervoersregelingen);

–          Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid biedt aan – op verzoek van eenieder –  regelgeving te toetsen op belemmeringen, paarse krokodillen en eenduidigheid van terminologie;

–          Daarnaast heeft de gemeente Amsterdam ook aangegeven een verkenning te willen houden naar de mogelijkheid en toegevoegde waarde van een digitale omgeving, waarin een reiziger zijn of haar profiel kan plaatsen, beheren en delen.

Conclusie, de gemeenten Rotterdam, Amsterdam, andere gemeenten en (vervoer)regio’s hebben belangrijke en betekenisvolle stappen gezet in de verbetering van het doelgroepenvervoer in Nederland en hopen hun ontwikkelingen door te zetten en met anderen te delen. Het CROW neemt het voortouw om een community te vormen voor het delen van kennis en ervaring. In juni of juli vindt een vervolgbijeenkomst plaats die in het teken staat van de resultaten van besproken oplossingen en het wegnemen van de knelpunten.  Ter afsluiting riep Eric Gerritsen op om vooral knelpunten te delen, zodat meegedacht kan worden over een oplossing, maar daarbij ook altijd aan te geven waar (in de wet) staat dat iets niet mogelijk is. Vaak kan er meer dan wordt gedacht.

Wenst u verder op de hoogte gehouden te worden van de ontwikkelingen, of heeft u naar aanleiding van dit verslag of de bijeenkomst nog vragen? Neemt u dan contact op met Imre Vellenga van Society Impact via imre@societyimpact.nl of 070 24 00 820.